Clean sweep
Even wat namen droppen uit de uitslag van de jongste Pévèle Classic U19 van afgelopen zondag 31 maart 2024. Op 1 Jasper Schoofs, op 2 Senna Remijn, op 3 Joeri Schapers, op 8 Axel Van den Broek, op 13 Jasper Verbrugge. Geen willekeurig hoopje pedaalridders, maar wel allemaal deel uitmakend van dezelfde ploeg: Acrog-Tormans. Een prestatie om u tegen te zeggen. Ploegleider Dirk Faes stond versteld van wat zijn jongens klaarspeelden en kijkt vooruit naar Parijs-Roubaix van komende zondag.
“Het was inderdaad knap om te zien hoe de jongens als individu maar ook als ploeg reden”, vertelt de trotse Faes. “Jasper Schoofs – de latere winnaar – trok al op oorlogspad op een goede 75 tot 80 km van de meet. Een beetje op zijn Pogačars, een nieuwe trend. (lacht) We hadden het in de voorgaande kleine rondes wat rustig gehouden. Het plan was om richting de eerste kasseistroken wat uitdunning te veroorzaken, met zoveel mogelijk ploeggenoten. Dat lukte meteen: Jasper trok door… en hij was weg. We hebben even getwijfeld of hij moest doorgaan, maar hij voelde zich top en dus ging hij ervoor. De andere jongens stopten voorbeeldig af en Jasper liep stap voor stap meer dan 2 minuten uit.”
“Toen Schoofs’ overwinning min of meer veilig was, kregen de andere jongens ook de kans om verder hun eigen koers te rijden. Een groepje raakte weg, met opnieuw een paar renners van ons erbij. Ook hier kon Senna Remijn zich afscheiden voor plek 2, waarna Joeri Schaper – om het helemaal te gek te maken – de sprint won van het achtervolgende groepje. Tja, top.”
Roubaix
Op de wegen van Monument Parijs-Roubaix slaagden de mannen van Acrog-Tormans er dus in om de hele wedstrijd te controleren. Wat zegt dat voor de Hellesklassieker voor juniores komende zondag? “Het is uiteraard veelbelovend, maar zondag is weer een nieuwe en andere koers”, beseft Dirk Faes. “Onze jongens krijgen de kasseien wel getemd en dus kregen we als club opnieuw een uitnodiging om mee te doen. Daar zijn we best wel trots op. Parijs-Roubaix voor junioren wordt eigenlijk gereden met landenploegen, aangevuld met enkele clubs en daar zijn wij er 1 van.”
“Jasper Schoofs zal voor de nationale ploeg van België rijden en Erazem Valjavec voor Slovenië”, overloopt Faes het deelnemersveld. “Hen moeten we dus missen in onze ploeg. Maar wij trekken ten strijde met Senna Remijn, Axel Van den Broek, Mats Vandeneynde, Jasper Verbrugge en Aless De Bock. De opdracht zal niet anders zijn: we willen met zoveel mogelijk volk vooraan in de wedstrijd zitten.”
“Als ploeg is het 1 van de mooiste wedstrijden die je mag rijden op een seizoen. We acteren namelijk op de laatste 115 km van hetzelfde parcours als de profs. Mons-en-Pévèle, Carrefour de l’ Arbre, ze liggen er allemaal. Alleen het Bos van Wallers ligt niet op de weg. Het is een fantastische beleving voor onze gasten, te meer omdat al hun supporters langs de kant staan.”
Interesse van profploegen
Acrog-Tormans heeft een rechtstreeks link met de opleidingsploeg van Soudal Quick-Step en dus is het logisch dat een aantal jongens binnenkort voor de blauwe brigade zullen rijden. “Dat valt te verwachten”, vult Faes aan, “maar ook de development teams van andere ploegen hebben onze jongens op de radar. Logisch natuurlijk. Een prestatie zoals in de Pévèle Classic trekt natuurlijk de aandacht maar is op zich niet bepalend. Jasper Schoofs bijvoorbeeld kan niet alleen overweg met kasseien. Hij is ook top in het tijdrijden en won ook al een heuvelwedstrijd.”
“Een ander gevolg is uiteraard dat we uitnodigingen krijgen van internationale wedstrijden, die ons allemaal aan de start willen hebben. Dat is leuk, maar niet evident. Uiteindelijk zijn wij allemaal vrijwilligers die flink wat vrije tijd opofferen om deze jonge gasten te begeleiden naar een wielercarrière. Ook op financieel vlak hebben al die tripjes een best wel hoge kost. Dat zijn factoren waar we rekening mee moeten houden. We kunnen niet alles doen.”
“Maar onze ervaring helpt om de jongens op het juiste moment de beste weg te wijzen”, sluit Faes af. “Ze hangen goed aan elkaar, nemen onze tips om beter te worden aan en presteren goed. Meer kunnen we niet vragen.”
Bron: Wielerverhaal
